Op een bijzonder fraaie dag in oktober, vlak voor Allerheiligen en Allerzielen, wandelt Guus de Haas over de begraafplaatsen Sint Jan en Maria Boodschap. In een bijzonder fraai artikel beschrijft hij die wandeling, en roept hij de lezer op hetzelfde te doen en stil te staan. Ik lees dit in het boek dat in 2005 uitkwam: “De Laatste Eer, De begraafplaatsen in Goirle door de tijden heen”, uitgegeven door de Stichting Begraafplaatsen Goirle. In hoofdstuk VII “Langs de paden der vergankelijkheid” vertelt Guus hoe hij stil staat bij de graven van mensen die hij wel of niet gekend heeft, van alle rangen en standen; hij leest de opschriften, bewondert de beelden en symbolen en mijmert … Ik deed hetzelfde, hieronder doe ik verslag.
door Ben Loonen
Kerkhof Maria Boodschap
Dichtbij beginnen, eerst het kerkhof van de Maria Boodschap. Je hoeft maar even over het middenpad heen en weer te wandelen om het te zien: het ligt er prachtig bij. Aan het eind van het pad ligt de kapel die er in 2005 nog niet was. Een plaquette vermeldt dat deze kapel tot stand kwam dank zij de bijdragen van de parochianen aan de stichting vrienden van de kerk Maria Boodschap; op 15 oktober 2011 werd de kapel ingezegend. Het in schoon metselwerk opgetrokken gebouwtje is een waardevolle toevoeging aan de begraafplaats, het is goed toeven in de kleine ruimte met het beeld van Maria-met-kind, je kunt er een kaarsje opsteken.
Dan, zoals aanbevolen door Guus de Haas, dwalen langs de graven, een melancholiek feest der herkenning, soms een verrassing als het heengaan van een bekende je was ontgaan. Ja, die opschriften, ja die ontwikkeling van super vroom naar seculier, die mooie details. Ik maak een foto met de Maria Boodschap op de achtergrond. Eigenlijk is het geen “kerkhof” meer, maar moet je “begraafplaats” zeggen. Wanneer komen nu eindelijk eens die appartementen in de gerestaureerde ruïne? Waarom duurt alles zo vreselijk lang in dit land? Is dit een mijmering die op de plaats van eeuwige rust wellicht ongepast is?
Begraafplaats Sint Jan
Dan naar de begraafplaats Sin Jan. Ook hier is de eerste (en tweede) indruk: het ligt er prachtig bij. Wie ik hoop aan te treffen, vind ik al na een minuut: Kees van Rooij (70). Ik maak hem een compliment met de staat waarin de twee begraafplaatsen zich bevinden. Het mag op zijn conto geschreven worden, Kees die er elke dag aan het werk is met een ploegje andere vrijwilligers. Hij ontvangt het compliment met een glimlach en zegt: ja, maar dat moet ook, hè Ben. Ik vraag hem welke begraafplaats zijn voorkeur heeft, maar een voorkeur heeft hij niet. Wel is hij veel meer op de Sint Jan, want die is vier of vijf keer zo groot: “er is hier altijd werk te doen”. Nee, zelf de graven delven doet hij niet meer, want het bestuur van de stichting wil zuinig omgaan met de vrijwilligers: een graafmachine doet het sinds een jaar (“ik kan het nog wel, hoor”). Ik zie Kees ook vroeg op de zondagmorgen op de fiets, hij zal toch niet op zondag werken? Nee, dan maakt hij alleen de poort open.
Ook hier dwaal ik rond. Ik zie dat de familie van Puijenbroek de oude ruïneuze stenen en tomben verwijderd heeft en nieuwe grafmonumenten heeft geplaatst; die gaan zeker weer een eeuw mee. Zo blijven de namen in herinnering. Ik sta stil bij het monument voor het doodgeboren kind (door Riet van der Louw-van Boxtel), in 2005 ingezegend door Paul Janssen. Het was een van zijn laatste daden als pastoor voordat hij uit Goirle vertrok en naar Deurne ging. Ik bezoek het graf van Piet Wiercx (1932 – 2009) een van de redactieleden van De Laatste eer. Zo ook het graf van Jef Hoogendoorn (1951 – 2018) die ook meewerkte aan het boek. Ik denk aan Piet Brock, Willem van de Vrande, Louis Doomernik, Wil Sterenborg, allen medewerkers aan het boek; ze zijn er niet meer. Kees van Rooij aarzelt geen moment als ik vraag waar Jef Hoogendoorn ligt: hij kent elk graf. De wandeling en de mijmeringen, het is een heilzame ervaring. Ik kan het ieder aanbevelen. Het is in tijden van hele en halve lockdown goed te doen.
Joop Daamen
In 2005 werd De Laatste Eer uitgegeven ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Stichting Begraafplaatsen Goirle, 15 jaar geleden. Een eenvoudige rekensom leert dat de stichting dit jaar dus 40 jaar bestaat. Ik pleeg een telefoontje naar Joop Daamen (82), destijds voorzitter van de stichting en dat is hij nog steeds. Een beetje beschaamd geeft hij toe dat “ze” er niet aan gedacht hebben. Door de corona is het bestuur dit jaar nog niet bijeen geweest, vandaar misschien. Hij is blij dat ik er aandacht aan wil besteden. Ik complimenteer hem ook met de staat van de begraafplaatsen. Hij ontvangt het dankbaar en zegt dat veel mensen dit opmerken. Dankzij Kees van Rooij, zegt ook Joop, en zijn ploegje aan vrijwilligers. “Kees is de verbindende factor.” Het gaat goed met de stichting, de financiën zijn gezond. Hij schat zo’n 50 à 60 begrafenissen over de twee locaties per jaar, bijzettingen van urnen meegerekend. Een rustig beeld dus; er zijn tegenwoordig veel crematies, en de natuurbegraafplaatsen zijn in trek. Het bestuur bestaat uit Joop Daamen (voorzitter), Frans Lenaerts (penningmeester), Toos van Loenen (secretaris), Rob Suurmeijer (lid – jurist), Helen van der Schoot (lid). Nu we elkaar toch aan de lijn hebben: dit bestuur kijkt uit naar verjonging. Joop ziet t.z.t. uit naar een opvolger, ook een nieuwe penningmeester zou zeer gewenst zijn. Ik geef het maar door. Nog een mededeling van het bestuur: wegens de corona gaat de lichtjesavond dit jaar helaas niet door.
Boek De Laatste Eer
Ik vraag naar het boek dat in 2005 werd uitgegeven: is dat nog in de handel, ligt er nog een voorraadje onverkocht? Niet dus, het is destijds snel uitverkocht. Wie het toch wil lezen moet het in de bibliotheek zoeken. Ja, het was een prachtige uitgave, beaamt Joop Daamen. Zou het geen idee zijn om een tweede druk van het boek uit te brengen? Omdat de stichting 40 jaar bestaat? Ik leg het niet aan Joop voor maar bedenk het achteraf. Voor al die mensen die het in de kast hebben: haal het uit de kast en herlees, het heeft aan actualiteit niets verloren. Maar ga vooral wandelen en mijmeren, volgens de methode De Haas …