Nou, vooruit dan maar.
Carillon
Klokkenspel op het hele uur, dat is toch ware rijkdom en zaligheid.
“Midden in den winter, en bij zomerweer, klinken blijde deuntjes, altijd heinde en veer. ‘Schep maar vreugde in ’t leven!’Ja, ik hoor ’t wel, ’k wil het eens probeeren, vroolijk klokkenspel!” Dat prachtige carillon, daar wordt de Goolsche mensch toch blij van? Zilveren klanken stromen uit het fraterstorentje op ons neer, en wij prijzen Will de Vrij-Vringer, onze vorige burgemeester.
De Tuin
Voor De Tuin prijzen wij een groep nijvere ingezetenen, onder wie wij Frans en Marije de Groot in het bijzonder willen noemen. O, heerlijke bloemenpracht. Gij vlindertje in de rozenperken! Gij bloem die op uw stengel wiegt. De vlinder is een bloem met vlerken, de bloem een vlinder die niet vliegt. Waarlijk, het is een lust voor oog en neus, die bloementuin in het centrum van ons dorp.
Schapen
Oor, oog, neus… welke zintuigen zijn nog niet gestreeld? De tong voor de smaak. En de huid voor de tastzin. Eens zien, wat hebben we nog meer voor moois? Inderdaad, schaapkens! Ook weer zo’n prachtig idee van de gemeente: niet maaien, maar laten begrazen. Het is verrukkelijk, het doet goed. Vrediger en bucolischer krijg je het niet. Het geblaat klinkt als muziek in onze oren. Mijn humeur verbetert op slag, en zelfs mijn nachtrust is thans weldadiger dan ooit voorheen. Slaap kindje slaap, daar buiten loopt een schaap. Ik zou het willen aaien, en mijn vingers door die wollen vacht woelen. Voor een tongzoen echter schrik ik terug, hoe stellig Hans Dorrestijn ook is in zijn bewering, dat ‘Wie eenmaal neemt een schaap te grazen Die wil nooit iets anders meer’.
Het mooie van de schaapskudde, die ik achter mijn woning zie grazen, is, dat een herder ontbreekt. Kan ook makkelijk, want de hekken rond het te begrazen gebied verhinderen dat ze verloren lopen, en wolven zijn er in ons dorp niet. Machteld evenwel vond het ontbreken van herder en hond lichtelijk ongepast, want ‘usus ovium nullus, ubi pastor deest’ (het nut der schapen is nietig waar de herder afwezig is, ofwel: zonder herder zijn de schapen waardeloos), maar die opvatting zal wellicht een vorm van beroepsdeformatie zijn. Intussen grazen de schapen vredig voort. Leven als een schaap, je zou er zó voor tekenen! Hulde, gemeente, voor dit aangename en tot licht filosofische bespiegelingen uitnodigende schouwspel…
NdV
Bron: Goirles Belang