Tranen hebben de mensheid altijd al gefascineerd. In tal van legendes en (scheppings)mythes werden ze bijzondere krachten toegedicht. Ook was men er in de Griekse oudheid al van overtuigd dat tranen uniek menselijk zijn. Wat hun functies was en waar ze vandaan kwamen , zijn vragen waar door de eeuwen heen veel wetenschappers zich over hebben gebogen.
Met name in het 17e-eeuwse Frankrijk verschenen er maar liefst vijf belangrijke werken over het belang van huilen en de oorsprong van de traan. Ook juist in die tijd werd in Leiden door Steno voor het eerst de traanklier goed beschreven, waardoor veel van de eerder genoemde werken op slag achterhaald waren.
Ongeveer twee eeuwen later was het de beurt aan Charles Darwin (1872) om in zijn boek The Expression of Emotions in Man and Animals, emoties te plaatsen in een evolutionair kader, waarbij hij ook de nodige aandacht besteedde aan tranen. Opmerkelijk is echter dat hij voor alle emotionele expressies wel een verklaring meende te kunnen geven, maar niet voor tranen.
Hij omschreef tranen als een nutteloos fenomeen. Of het hierdoor kwam, is niet te zeggen, maar daarna is er in de wetenschap amper aandacht besteed aan het onderwerp huilen. In wetenschappelijke handboeken over emoties, zult u in de index tevergeefs zoeken naar termen als tranen en huilen.
In de lezing in Hof van Holland komt de stand van wetenschap met betrekking tot de functies van huilen en de vraag waarom alleen mensen huilen aan de orde. Verder is er aandacht voor de vraag waarom de een meer huilt dan de ander en hoe ons huilgedrag zich met het ouder worden ontwikkelt. Tot slot wordt ingegaan op de vraag of huilen gezond is.
Psycholoog Ad Vingerhoets (1953) heeft het thema huilen als onderwerp weer op de kaart gezet. Na zijn 2001 boek (samen met R.R. Cornelius) Adult crying. A biopsychosocial approach, verschenen twee Nederlandstalige boeken Huilen is menselijk (2003) en Tranen. Waarom mensen huilen (2011). In 2013 verschijnt er weer een Engeltalig boek Why only humans cry. Unravelling the mysteries of tears. In dit laatste boek wordt huilen niet alleen vanuit een psychologisch perspectief benaderd, maar is er ook ruime aandacht voor evolutionaire, biologische, anthropologische, tot zelfs cultuur-historische en theologische aspecten.
Vingerhoets is verbonden aan het Departement Medische en Klinische Psychologie van de Universiteit van Tilburg. Zijn expertise ligt met name op de onderwerpen stress, psychosomatiek, emoties en kwaliteit van leven. Hij heeft meer dan 300 wetenschappelijke publicaties op zijn naam en redigeerde/ schreef 20 boeken. Met zijn onderzoek naar huilen, nostalgie, heimwee, vrijetijdsziekte verkreeg hij wereldwijde aandacht van de populaire media.