Oplossing in zicht voor A58
Verbreding A 58 pas 2020 - bedrijfsleven wil eerder
Oplossingen voor knelpunten op de Rijkswegen A58, A27 en N65 zijn in zicht. Voor deze projecten heeft het Rijk geld gereserveerd in het meerjarenprogramma Infrastructuur en Ruimte. Dit maakte minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu vorige week bekend.
De verbreding van de A58 ten zuiden van Breda en tussen Tilburg en Eindhoven is voorzien na 2020. Voor de A27 wordt het knelpunt bij de Merwedeburg in 2015 aangepakt. Over knooppunt Hooipolder (A27-A59) bestaat nog onzekerheid. Tot slot wil het Rijk €55 miljoen inzetten voor een verdiepte ligging van de N65 bij Vught en een fietstunnel en eco-voorziening bij Haaren, als de regio €45 miljoen bijdraagt. Gedeputeerde Staten van Brabant vinden deze uitkomst van overleg met de minister een belangrijke stap voorwaarts voor de bereikbaarheid en leefbaarheid in Brabant.
A58
De A58 is een belangrijke verkeersader voor verkeer van en naar Eindhoven-Airport en de vele bedrijven in Zuid-Nederland. De minister reserveert € 425 miljoen voor deze Rijksweg in 2021-2023. Provincie Noord-Brabant en het regionaal bedrijfsleven vinden echter dat de aanpak van dit knelpunt niet tot na 2020 kan wachten. Zij hebben de minister begin van deze zomer voorgesteld om deze Rijksweg 5 tot 7 jaar eerder aan te pakken via een publiek-private samenwerking (PPS). Met het voorstel willen de regionale overheden en het regionaal bedrijfsleven:
- De trajecten Galder – St. Annabosch en Tilburg – Eindhoven versneld ombouwen tot 2x3 rijstroken.
- Technische innovaties toepassen en ontwikkelen, gericht op duurzaamheid en benutting op het gehele traject A58 (Vlissingen - Eindhoven).
- Ervaring opdoen met PPS-methoden.
Hiermee wordt de verbreding tot 2x3 rijstroken 5 tot 7 jaar eerder gerealiseerd.
Voorfinanciering
De minister werkt echter alleen mee aan dit voorstel, als de provincie de garantie afgeeft dat zij de voorfinanciering voor haar rekening neemt. Gedeputeerde Van Heugten: “Voorfinanciering kost veel geld en we lopen risico’s. Een harde garantie in dit stadium van het proces moet kunnen worden onderbouwd met een concrete uitwerking of verkenning van het Rijk. Ik verwacht daarom maatwerk en medewerking van de minister, zodat we verder met het bedrijfsleven en Rijkswaterstaat een samenwerking kunnen opzetten, die voor Provinciale Staten acceptabel zal kunnen zijn.”